De druiven voor deze wijn werden in de 3e week van maart in de ochtend geoogst, met de hand en in kleine kratjes van 12 kg in een koelwagen naar de winery gebracht.
De vergisting vind plaats in kleine, open gistkuipen, met wilde giststammen; de most wordt 2-3 keer per dag over de schilletjes geschroeid. Na afloop van de vergisting wordt de wijn overgestoken in 5e jaar barriques van 225 l, waar dan de malo-lactische vergisting plaatsvindt en waarin de jonge wijn vervolgens 24 maanden rijpt.
Voorafgaand aan de botteling wordt de wijn noch geklaard, noch gefilterd.

Het resultaat is een donker robijnrode wijn met aroma’s van zwart fruit, kruiden en grafiet.
De wijn heeft een geheel eigen karakter en is heel complex, fris en volkomen droog.
De fijne zuren en de stevige tannine geven de wijn een mooie spanning en structuur waarin de wilde kruiden, de specerijen en het zwarte fruit fraai tot hun recht komen. De afdronk is bijzonder lang met een typerende kleine zilte toets. Deze wijn kan zeker 6 jaar op fles rijpen.